Regionaal Mobiliteitsprogramma

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat elke regio maatregelen neemt om de mobiliteit te verduurzamen en de CO2-uitstoot te reduceren. Daartoe stelt elke regio een Regionaal Mobiliteitsprogramma (RMP) op. In de regio Midden-Holland is bestuurlijk afgesproken dat het RMP integraal onderdeel uitmaakt van dit nieuwe uitvoeringsprogramma van het RVVP. Daarnaast wordt in het RMP de relatie gelegd met het Schone Lucht Akkoord en de Nationale Agenda Laadinfrastructuur.

In 2020 zijn de volgende doelstellingen voor het RMP Midden-Holland bestuurlijk vastgesteld:

  • CO2-reductie van 49% in 2030 t.o.v. 1990;

  • Streven naar een permanente verbetering van de luchtkwaliteit om gezondheidswinst te realiseren, waarbij wordt toegewerkt naar de WHO-advieswaarden voor stikstofdioxide en fijnstof in 2030;

  • Laadpalen en waterstoftankstations vormen geen belemmering voor de uitrol van zero-emissie voertuigen voor zowel personen- als goederenvervoer;

  • Stimuleren duurzame mobiliteitsgedrag: inzet om de modal split te veranderen en het aandeel lopen, fietsen en OV in de mobiliteitsmix te vergroten.

Bij het bepalen van de RMP-doelstellingen is ervoor gekozen om de doelstellingen uit het Klimaatakkoord en het Schone Lucht Akkoord te onderschrijven en geen specifieke (strengere) doelstelling voor de uitstoot door mobiliteit in de regio te formuleren.

De luchtkwaliteit in de regio Midden-Holland voldoet aan de EU grenswaarden voor stikstofdioxide en fijn stof en ligt al rondom de strengere WHO-advieswaarden [1]. De CO2-uitstoot in de regio en met name de CO2-uitstoot door mobiliteit vormt een grote uitdaging.

De mobiliteit in Midden-Holland veroorzaakt ruim een derde van de totale CO2-uitstoot in de regio. Dit is hoger dan het landelijk gemiddelde van 27% en vergelijkbaar met de CO2-uitstoot door de gebouwde omgeving in de regio (zie figuur 1). Binnen mobiliteit is 52% van de CO2-uitstoot gerelateerd aan het verkeer op de snelwegen en 34% aan het verkeer op de regionale en lokale wegen. Daarnaast wordt de uitstoot door mobiliteit voor 8% veroorzaakt door mobiele werktuigen (in de bouw en landbouw) en 6% door de binnenvaart.

Figuur 1: CO2-uitstoot per sector in de regio Midden-Holland (bron: Klimaatmonitor, 2019)

Een belangrijke constatering is dat de CO2-uitstoot door mobiliteit sinds 1990 niet is afgenomen maar juist met 17% is toegenomen. Bovendien is mobiliteit de enige sector in de regio die sinds 2010 gegroeid is qua energieverbruik. De ontwikkeling van elektrisch rijden en laadinfrastructuur zit in een versnelling, maar het aandeel op het totale wagenpark is nog beperkt (1,5% van de personenauto’s is elektrisch/hybride).

Recent heeft CE Delft een prognose opgesteld voor de CO2-uitstoot in de periode 2019 tot 2030 van alle 30 RMP-regio’s in Nederland. Het gaat om een referentieprognose, gebaseerd op vastgestelde of voorgenomen landelijke beleidsmaatregelen en op de verwachte socio-economische ontwikkelingen. Hierbij zijn per regio correcties toegepast voor verschillen in bevolkingsgroei en werkgelegenheid.

Uit dit onderzoek blijkt dat in Midden-Holland (samen met Metropoolregio Rotterdam Den Haag) de kleinste CO2-reductie van 4% (respectievelijk 5%) wordt behaald van alle RMP-regio’s in Nederland. Dit heeft te maken met de sterke socio-economische groei in het gebied in vergelijking tot andere landelijke gebieden waar de krimp bepalend is voor een sterke CO2-reductie (16%). Figuur 2 laat dit zien.

Figuur 2: Referentieprognose voor de CO2-emissies van de mobiliteitssector voor alle 30 RMP-regio’s in Nederland (bron: CE Delft[2])

Het bovenstaande illustreert nogmaals hoe hardnekkig de problematiek rondom de CO2-uitstoot van mobiliteit in de regio Midden-Holland is en welke uitdaging er ligt om de gewenste CO2-reductie te realiseren. Dit is niet te bereiken door middel van enkele losse maatregelen, maar vereist de transitie naar een nieuw mobiliteitsysteem. Daarom heeft de regio zich in dit RVVP er op gericht om zoveel mogelijk afgesproken nieuwe ontwikkelingen te verkennen en ervaring op te doen, en zo veel mogelijk maatregelen uit het Klimaatakkoord op te pakken. Dit is gedaan met inbreng van experts en stakeholders gedurende verschillende themawerksessies en met inbreng van de gemeenten tijdens overleggen van de regionale werkgroep duurzame mobiliteit.

De RMP-projecten zijn gericht op zowel het efficiënter worden van de mobiliteit (waar mogelijk verminderen en veranderen door stimuleren van fietsen, OV en ketenmobiliteit), als op het schonen worden ervan. Bij de omschrijving van de projecten wordt de systematiek uit het Klimaatakkoord gebruikt volgens de vier inhoudelijke pijlers: duurzame energiedragers, elektrisch (personen)vervoer, verduurzamen logistiek en verduurzamen personenmobiliteit.

  • 1 Monitoring NSL 2020 via https://www.nsl-monitoring.nl/viewer/
  • 2 CE Delft (2021), Referentieprognose CO2-uitstoot van verkeer tot 2030 in RMP-regio’sOpgehaald via: https://ce.nl/publicaties/referentieprognose-co2-uitstoot-van-verkeer-tot-2030-in-rmp-regios-achtergrondrapportage/