Projecten

Startend met een groslijst van projecten en gebruik makend van het beoordelingskader om deze projecten af te wegen is een definitieve lijst van geselecteerde projecten tot stand gekomen. Als resultaat zijn 50 projecten geselecteerd, die voor uitvoering (c.q. opstart gericht op uiteindelijke uitvoering) in aanmerking komen de komende jaren.

De projecten op de groslijst en de uiteindelijke selectie van projecten in dit nieuwe uitvoeringsprogramma zijn ingedeeld in een aantal thema's, gerelateerd aan de procesaanpak zoals toegelicht in 'Samenhang programma's en procesaanpak'.

  • Wegverkeer

  • Integraal

  • Fiets

  • Openbaar Vervoer

  • Ketenmobiliteit

  • Verkeersveiligheid

  • Duurzaamheid

  • Bedrijven en goederenvervoer.

Rollen en verantwoordelijkheden

Dit nieuwe uitvoeringsprogramma heeft een looptijd van 3 tot 5 jaar. De ambitie is om alle projecten uit dit nieuwe uitvoeringsprogramma binnen deze looptijd ten minste te starten. De meeste projecten hebben een doorlooptijd langer dan vier jaar.

Om ervoor te zorgen dat de projecten ook daadwerkelijk opgestart en uitgevoerd worden, is regionale daadkracht en betrokkenheid nodig. Voor elk project is een bestuurlijk trekker nodig. Dit is een portefeuillehouder van een van de vijf gemeenten. Voor enkele thema's wordt één bestuurlijk thematrekker aangewezen voor alle projecten die vallen onder het betreffende programma. Ook dit is een portefeuillehouder van een van de vijf gemeenten. Van elke regiogemeente wordt hier inzet verwacht.

Bij de rol van bestuurlijk trekker en van de bestuurlijk thematrekker hoort een aantal verantwoordelijkheden en acties:

  • Verantwoordelijk voor uitvoering van het betreffende project of projecten die vallen onder het thema.

  • Deelnemende regiogemeentes en overige stakeholders bepalen bij het project. Voor elk project zijn dat ten minste de bevoegde instanties en de wegbeheerders.

  • Verantwoordelijk voor capaciteit voor de voorbereiding van het project: bijvoorbeeld binnen de eigen ambtelijke organisatie, bij andere regiogemeentes, bij stakeholders of bij een externe partij.

  • Verantwoordelijk voor de financiering van de voorbereiding, mogelijk met een bijdrage van bijvoorbeeld andere regiogemeentes, stakeholders of subsidie.

  • Een project kan qua uitvoering uit meerdere maatregelen bestaan (bijvoorbeeld een uitvoeringsprogramma). Als een maatregel plaatsvindt in één gemeente, dan is deze gemeente zelf verantwoordelijk voor de uitvoering. Daarmee is een bestuurlijk trekker niet verantwoordelijk voor de uitvoering van een maatregel in een specifieke gemeente. Wel heeft de bestuurlijk trekker dan een controlerende functie bij deze gemeente.

  • Waar relevant afstemmen met de trekker(s) van overlappende projecten.

  • De voortgang terugkoppelen in het BO V&V. Het uitvoeringsprogramma is hier een vast agendapunt.

Wat betreft de benodigde capaciteit en de financiering van de projecten is het uitgangspunt dat de kosten verdeeld worden op basis van het inwonersaantal van de participerende regiogemeente.

Er is dus één verantwoordelijke, één eerste bestuurlijk aanspreekpunt per project. De bestuurlijk trekker kan ervoor kiezen om een duo te vormen met een andere bestuurder.

In het BO V&V worden de bestuurlijke trekkers en de bestuurlijk thematrekkers gezamenlijk bepaald. In het voorliggende document staat hiertoe een voorstel voor deze verdeling van de trekkers. Als een project of programma geen trekker krijgt, wordt het project of programma niet gestart. Als er bijvoorbeeld over 2 jaar alsnog een bestuurlijk trekker wordt bepaald, kan het project dan starten.

Voor een aantal projecten en thema's wordt voorgesteld om een projectleider aan te stellen die ervoor zorgt dat de projecten worden opgestart en uitgevoerd (onder verantwoordelijkheid van de bestuurlijk trekker). Het ligt voor de hand om hiervoor capaciteit in te huren. Het gaat om de thema's fiets, duurzaamheid en ketenmobiliteit en openbaar vervoer. Voor verkeersveiligheid bestaat een dergelijke functie al.

Financiering

  • Voor de grotere projecten kan in de regio een investeringsfonds worden opgezet. Hierover moeten nadere afspraken worden gemaakt en vervolgstappen worden gezet.

  • Voor de projectleider bij de thema's fiets, duurzaamheid, ketenmobiliteit en openbaar vervoer (in totaal 28 projecten) is een jaarlijks budget nodig van circa € 120.000, uitgaande van een inzet van 28 uur per week (één of meerdere personen) en 42 weken per jaar.

  • Voor alle projecten is mogelijk nader onderzoek nodig (bijvoorbeeld een verkenning of een studie die leidt tot een pakket maatregelen). Uitgangspunt is dat de kosten hiervoor worden verdeeld onder de bij het betreffende project betrokken gemeenten en overige stakeholders. De daadwerkelijke uitvoering van maatregelen worden in principe gefinancierd door de gemeente waarin ze worden uitgevoerd, mogelijk samen met overige stakeholders of subsidies.

Overlap

  • Er zit regelmatig een beperkte mate van overlap in de projecten. Zo zullen bijvoorbeeld verkeersveiligheidsprojecten raken aan wegverkeersprojecten. Waar relevant vindt afstemming plaats tussen de betreffende projecten.

  • Omdat de lijst projecten ook bestaat uit projecten uit de verschillende thema’s, zit er soms een behoorlijke overlap in de projecten. Het is immers logisch dat binnen het thema fiets een project over verkeersveiligheid zit (project 12). Andersom is het logisch dat binnen het thema verkeersveiligheid een project zich specifiek richt op de fietsinfrastructuur (project 25). Waar deze overlap van toepassing is, is dat aangegeven. Voor de volledigheid van de verschillende programma’s is ervoor gekozen om de projecten wel te behouden. Het is aan de bestuurlijk trekkers van de betreffende projecten om contact met elkaar te leggen, zodat er geen dubbel werk wordt gedaan. Het ligt voor de hand om voor de overlappende projecten dezelfde bestuurlijk trekker te benoemen. In totaal zijn er zes projecten waar deze overlap geldt.

  • Voor de twee integrale projecten (project 7 en 8) geldt dat deze inhoudelijk in verschillende andere projecten worden opgepakt. Hierbij is het zaak om de samenhang en voortgang te bewaken en eventuele onderdelen die ‘tussen wal en schip’ dreigen te raken te signaleren. De bestuurlijk trekker van deze projecten bewaakt dus vooral de integraliteit

  • De doelstellingen van het RMP komen in diverse projecten naar voren. Bij de projecten die dit betreft, is dat aangegeven.