Capaciteit en financiering

Wat betreft de benodigde capaciteit en de financiering van de projecten is het uitgangspunt dat de kosten verdeeld worden op basis van het inwonersaantal van de participerende regiogemeenten.

Naast de eigen middelen van de regiogemeenten kan voor de realisatie van projecten ook gezocht worden naar externe financieringsmogelijkheden zoals subsidies. Zo is er de Subsidieregeling Mobiliteit van Provincie Zuid-Holland (SRM). Op landelijk niveau is er de Specifieke Uitkering Schone Lucht Akkoord en wordt voor verkeersveiligheid gewerkt aan de volgende tranche van de Investeringsimpuls SPV. Voor de grote infrastructuurprojecten waar het Rijk partner is, wordt lobby gevoerd om deze op de agenda van het MIRT te krijgen en te houden. Uiteraard wordt ook samen met de aanpalende beleidsterreinen gekeken naar incidentele mogelijkheden die voorbij komen, zoals de Groeiagenda en andere bronnen.

Voor de grotere projecten kan in de regio een investerings- of cofinancieringsfonds worden opgezet. Hierover moeten nadere afspraken worden gemaakt en vervolgstappen worden gezet.

Voor de projectleidersrol bij de thema’s fiets en lopen, openbaar vervoer, ketenmobiliteit en deelmobiliteit en energietransitie in mobiliteit (in totaal 15 projecten) is een jaarlijks budget nodig van circa € 120.000, uitgaande van een inzet van 28 uur per week (één of meerdere personen) en 42 weken per jaar.

Voor alle projecten is mogelijk nader onderzoek nodig (bijvoorbeeld een verkenning of een studie die leidt tot een pakket maatregelen). Uitgangspunt is dat de kosten hiervoor worden verdeeld onder de bij het betreffende project betrokken gemeenten en overige stakeholders. De daadwerkelijke uitvoering van maatregelen worden in principe gefinancierd door de gemeente waarin ze worden uitgevoerd, mogelijk samen met overige stakeholders of subsidies.