Beoordelingskader

Om te bepalen wat de meest kansrijke projecten zijn voor dit nieuwe Uitvoeringsprogramma RVVP Midden-Holland is een beoordelingskader toegepast; een beoordeling of projecten uit de groslijst kansrijk zijn en daarmee aangemerkt kunnen worden als ‘prioritair project’ en daarmee op de agenda komen in dit nieuwe uitvoeringsprogramma. Hiertoe is een analyse uitgevoerd op kosteneffectiviteit en integraliteit. Kosteneffectiviteit zegt in hoeverre een project effectief is in wat zij beoogt en of de kosten die daarvoor gemaakt moeten worden in verhouding staan met de resultaten. Integraliteit gaat over de vraag in hoeverre een project meerdere regionale ambities ondersteunt, zoals in het RVVP centraal gesteld zijn.

Dit afwegingskader is in sterke mate gelijkend op het kader zoals toegepast in het uitvoeringsprogramma uit 2017. Nieuw is de ontwikkeling van het Regionale MobiliteitsProgramma en de daarbij geldende regionale ambities. Zoals in een bestuurlijk vastgestelde notitie van juli 2020 staat: “De ambitie van het RMP Midden-Holland richt zich op de transitie naar een duurzaam mobiliteitssysteem en kan als volgt worden samengevat: een concurrerende, leefbare en innoverende regio, met schoon en energiezuinig vervoer.”

Deze ambitie is in feite een nieuw toegevoegde ambitie en past daarmee binnen het toetskader ‘integraliteit’. Gezien de raakvlakken met de bestaande criteria is op basis hiervan de toetsing op ‘integraliteit’ enigszins aangepast. Integraliteit gaat over in hoeverre een project meerdere regionale ambities ondersteunt, zoals in het RVVP en het Klimaatakkoord:

  • Concurrerend: bevorderen van concurrerende regio door het ondersteunen van de economisch gewenste bereikbaarheidskwaliteit en ontwikkelingen in m.n. verstedelijkte gebieden en op bedrijvenconcentraties;

  • Leefbaar en duurzaam: bewaken van een groene en leefbare regio en voldoen aan de RMP-doelstellingen, zodat de mobiliteit de gewenste leefkwaliteit ondersteunt en niet ten koste gaat van het karakter van de regio;

  • Veilig: ondersteunen van de gewenste leefkwaliteit door het verkeersveilig organiseren en inrichten van de regionale mobiliteit;

  • Adaptief: benutten van kansen die voorbijkomen, zoals (technologische) trends, om de bereikbaarheid te vergroten of de mobiliteit te verbeteren.

Hoe meer de projecten of maatregelen voldoen aan deze criteria, hoe meer ‘punten zij scoren’ en hoe kansrijker zij zijn om opgenomen te worden in de agenda van dit nieuwe Uitvoeringsprogramma. De aspecten binnen integraliteit zijn beoordeeld op een schaal van 0 tot 2. Een 0 staat voor geen bijdrage, een 2 voor een hoge bijdrage.

De toets van kosteneffectiviteit blijft onverkort van kracht voor alle projecten. De kosten en het effect zijn (kwalitatief) ingeschat en beoordeeld op een schaal van 1 tot 4. Daarbij staat 1 voor lage kosten of een klein effect en 4 voor hoge kosten of een groot effect.

Samengevat leidt dit tot het (aangepaste) beoordelingskader voor de projecten voor dit nieuwe Uitvoeringsprogramma RVVP, zie hieronder.

Beoordelingskader van dit nieuwe uitvoeringsprogramma RVVP

Tenslotte is als voorwaarde de bereidheid dat een bestuurlijke trekker zich aandient toegevoegd. De rol en verantwoordelijkheid hiervan is in het volgende hoofdstuk aangegeven. Indien er (nog) geen bestuurlijke trekker is, is dit een teken dat het betreffende project onvoldoende bestuurlijke prioriteit heeft c.q. onvoldoende capaciteit beschikbaar is om tot uitvoering te kunnen komen. Daarmee neemt de kansrijkheid van het project feitelijk af. In die situatie komt het betreffende project ‘onderaan’ de prioriteitenlijst in dit nieuwe Uitvoeringsprogramma, in de ‘wachtkamer’.

Voor de afweging en keuze van de projecten, die voortkomen uit programma’s, zijn de criteria van toepassing geweest van de desbetreffende programma’s zelf.

Voor de duurzaamheidsprojecten in het Regionaal MobiliteitsProgramma zijn twee onderleggers van toepassing:

  • In het Klimaatakkoord (en Het Schone Lucht Akkoord) is een aantal concrete maatregelen afgesproken waar de gemeenten invulling aan moet geven;

  • Verder zijn maatregelen opgenomen die een bijdrage leveren aan de CO2-reductie in de regio.

Voor de projecten die opgenomen zijn in de regionale invulling van het Nationaal Toekomstbeeld Fiets, zijn de volgende criteria van toepassing geweest:

  • In het Provinciaal Toekomstbeeld Fiets zijn de thema’s aangegeven, waarvoor de regionale invulling is gevraagd;

  • Maatregel moet een bijdrage leveren aan de ‘schaalsprong fiets’; de groei van het fietsverkeer in de regio.

Voor de projecten die opgenomen zijn in het Regionaal Uitvoeringsprogramma Verkeersveiligheid, zijn de volgende criteria van toepassing geweest:

  • Passend binnen de kaders van de landelijke en provinciale verkeersveiligheidsstrategie volgend uit de SPV 2030;

  • Voortkomend uit een integrale, risicogestuurde aanpak, waarbij een maximale invulling is gezocht voor de onderscheiden thema’s. Deze risicogestuurde aanpak is erop gericht om ongevallen te voorkomen en maatregelen te selecteren, daar waar de risico's het grootst zijn en waar deze het meeste effect hebben.